Foto's: Joëlle Baijer     

 

In een afgeladen Scheltema Theaterzaal vertoonde Movies That Matter maandag 14 oktober 2013 de eerste On Tour-film van het seizoen, de gelauwerde documentaire Camp 14. Total Control Zone.

 

De film vertelt de levensgeschiedenis van Shin Dong-hyuk, aan de hand van een interview met Shin zelf, fragmenten van zijn huidige optredens rond de wereld, en animaties van de gruwelijke eerste drieëntwintig jaren in een Noord-Koreaans strafkamp voor politieke gevangenen, waar Shin werd geboren. Interviews met twee ex-bewakers en gesmokkelde documentairebeelden uit Noord-Korea completeren het beeld.

 

Shin's ouders waren beide gevangene. Zijn vader 'won' zijn moeder als beloning voor zijn harde werken als dwangarbeider. Een bewaker trouwde het paar. De ouders leefden niet samen. Slechts enkele dagen in het jaar werd het koppel toegestaan elkaar te zien. Shin woonde met zijn moeder en oudere broer op een kamer.

 

Normale gezinsrelaties kende Shin niet. Affectie leerde hij, naar eigen zeggen, kennen toen hij als veertienjarige voor dood in een gevangeniscel lag en een oudere medegevangene hem om niet verzorgde, zijn etterende wonden waste en hem enkele weken hielp bij de stoelgang. Shin was zwaar gemarteld en kon zich niet meer bewegen. "Ik wist tot dan toe niet dat mensen ook sociale wezens konden zijn", aldus Shin.

 

Uit een strafkamp voor politieke gevangenen is geen ontslag. Men werkt er tot men sterft. Gezien de chronische ondervoeding en de vaste straf  'executie' op de minste overtreding van een van de vijf kampregels (bijvoorbeeld 1. volstrekte gehoorzaamheid 2. geen contact tussen man en vrouw dan na toestemming van de kampleiding 3. volledig beamen van de eigen schuld waaraan ook maar) komt dat einde vaak op relatief jeugdige leeftijd.

 

Twee naar Zuid-Korea gevluchte ex-bewakers zijn openhartig over hun bijdrage. Inderdaad moordden zij zonder veel scrupules  - of besteedden het uit aan de gevangenen. Zo dienden zij het vaderland. Ook maakten zij vrouwelijke gevangenen tot de hunne ("De vrouwen waren vaak van goede komaf en hadden mooie gezichten"). Zwanger gemaakt, werden ze soms vermoord. 

 

Shin ontsnapte, met het nodige geluk. Niet verlangen naar vrijheid dreef hem maar naar kip. Een oudere, later ingesloten medegevangene die in de kampfabriek naast hem werkte, vertelde trots over zijn leven buiten het kamp. Televisie en radio zeiden Shin niets maar verhalen over kip en ander voedsel kon hij niet vaak genoeg horen. Shin was bereid het risico van sterven te lopen om minstens één keer in zijn leven kip en ander vlees te kunnen eten en zijn buik vol te eten aan rijst.

 

Zo goed en kwaad als het gaat zet Shin Dong-hyuk zich nu in voor zijn Noord-Koreaanse lotgenoten. Maar Noord-Korea, meer in het bijzonder het strafkamp, blijft voor hem thuis. Hij wil er naar terug zodra het kan, als boer.

 

 

Na afloop gingen twee gasten in op de situatie in Noord-Korea maar ook op de westerse houding ten aanzien van het land en zijn inwoners:

  • Remco Breuker, hoogleraar Korea Studies aan de Universiteit Leiden. 
  • Pieter Fleury, documentairemaker en sinds vorig jaar Hoofd Documentaire bij het Nederlands Filmfonds. In 2004 bracht hij de documentaire Noord Korea, een dag uit het leven uit, waarin het leven van een doorsnee Noord-Koreaans gezin wordt gevolgd. Tijdens het Movies That Matterfestival 2013 interviewde hij regisseur Marc Wiese en Shin Dong-hyuk.

Breuker betoogde eerst dat het voor een goed begrip van Noord-Korea nodig is het vooroordeel te verlaten dat het land een Stalinistische dictatuur is. Hoe imperfect ook, het land is kapitalistisch; veel inwoners scharrelen hun inkomsten bijeen op de (zwarte) markt. De strak geregisseerde massabijeenkomsten geven een misleidend beeld van de aard van het regime.

 

Een ander vooroordeel is dat Noord-Korea op instorten staat. Dat wordt al zo lang voorspeld en het land weet het tot nu toe vol te houden. Het gaat best goed, economisch gezien, zij het niet altijd met producten die wij in het Westen toejuichen. Maar veel alternatieven heeft Noord-Korea op dit moment dan ook niet.

 

De weg naar een oplossing volgens Breuker is het zoeken van economische samenwerking. Consolidering van hun machtspositie vraagt van de familie Kim een ingewikkelde balanceerkunst. Ze hebben hun volk nooit voorspoed beloofd maar allereerst veiligheid. De Verenigde Staten fungeert in dit verhaal als aartsvijand. De verschrikkingen van de Korea Oorlog bieden daarvoor historische aanknopingspunten, al waren de Amerikanen niet de enigen die huishielden.

 

Aan de ene kant moet het bewind een permanente staat van vijandigheid tegenover de VS en handlangers in stand houden, aan de andere kant de VS ook weer niet zozeer tarten dat het daadwerkelijk tot een oorlog komt. Oorlog zou het einde van Noord-Korea betekenen.

 

Economische samenwerking is volgens Breuker op termijn ontwrichtend voor het huidige regime. De bevolking zal zien dat de vijand niet zo erg is als afgeschilderd, waarmee de belangrijkste ideologische pijler onder het bewind wegvalt. Tegelijk kan winstgevende samenwerking door het bewind niet geweigerd worden. Zulke samenwerking is er al met China en Rusland. Het Westen zou wel aanvaardbare arbeidsomstandigheden moeten afspreken en handhaven.

 

Op termijn zou de Kim-familie dan mogelijk genoegen nemen met een ceremoniële rol. Aan de Kim-familie gerelateerde facties zouden de economie domineren. Op een uiting van weerzin, na afloop aan de bar, tegen zulk uitbaten van een staat door een kleine congsi antwoordde Breuker dat Zuid-Korea Noord-Korea daarin momenteel verslaat; de economie daar is immers grotendeels in handen van een paar heel grote bedrijven. Samsung is verantwoordelijk voor een kwart van het bruto nationaal inkomen. 

 

De vrees van Noord-Korea voor de VS is volgens Breuker gedeeltelijk terecht. Zo had president Clinton plannen om Noord-Korea binnen te vallen. Hoe dan ook is harde oorlogstaal vanuit het Westen in het belang van de huidige machthebbers.

 

Na afloop aan de bar verklaarde Breuker geen principiële bezwaren te hebben tegen humanitaire interventie vanuit de internationale gemeenschap om de kampen voor politieke gevangenen te ontzetten. Alleen, het zou faliekant mislukken. De bevolking zou het land verdedigen. De overheersende mening is dat wie in zo'n kamp zit, het ernaar gemaakt heeft.

 

Breuker gebruikte een aanschouwelijke vergelijking: de gemiddelde Noord-Koreaan zou op een humanitaire interventie reageren zoals de gemiddelde Nederlander wanneer het Duitse leger ons land binnenvalt, met geruststellende woorden als: "We hebben geen kwaad in de zin, we komen alleen die mensonterende detentiecentra ontzetten".

 

De Verenigde Naties worden in Noord-Korea als instrument van de VS gezien. Dat de huidige secretaris-generaal van de VN, Ban Ki-Moon, een Zuid-Koreaan is, helpt ook niet echt.

 

 

Pieter Fleury maakte uit nieuwsgierigheid begin deze eeuw een documentaire over het dagelijks leven in Noord-Korea. Dat werd echter een opgave: al zijn vooroordelen werden uitgedaagd. Nadat het vertrouwen gewonnen was wilden de Noord-Koreanen zaken doen, samenwerken, waren direct. Ook in de persoonlijke omgang bleken ze te kunnen ontdooien. Het neemt niet weg dat ze ook geïndoctrineerd zijn met de staatsideologie. 

 

Fleury vroeg het publiek verder naar hun waardering van de documentaire als documentaire en legde uit waarom hij hem goed gemaakt vond.

 

Remco Breuker prees vervolgens de documentaire van Fleury, Noord-Korea. Een dag uit het leven (2004), als een van de weinige documentaires over Noord-Korea die niet door sterke vooroordelen is geleid. Elders betoogt Breuker dat het sjabloon in de westerse media van de Kim-familie als malle, onvoorspelbare dictators past in een ver teruggaande traditie van vooroordelen ten aanzien van Azië, oriëntalisme:

 

“Noord-Korea, bijvoorbeeld, is the country we love to hate. We willen graag zien dat daar een gekke, cognac drinkende, pornoverslaafde dictator zat, Kim Jong-il. Terwijl niemand geïnteresseerd is in de (privé)gewoontes van Westerse leiders als Obama of Poetin. Het is kennelijk heerlijk om in zo'n Oosterse spiegel te kijken en te constateren dat wij anders zijn.”

 

Kortom, een leerzame avond.