Amnesty Leiden
amnestyleiden@gmail.com

 

 Foto's: Myra Albersen

 

"Waar beginnen de mensenrechten? Op kleine plaatsen, dicht bij huis. Die plekken zijn de wereld van individuele mensen; de buurt waarin hij woont; de school die hij bezoekt; de fabriek, boerderij of kantoren waar hij werkt, het land waar zij asiel zoekt. Als deze rechten daar geen betekenis hebben, hebben ze weinig betekenis ergens anders",

 

aldus een iets aangevuld citaat van Eleanor Roosevelt uit haar speech bij het tienjarig bestaan van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Zaterdag 10 november 2012 vroeg Amnesty Leiden aandacht voor de mensenrechten in eigen land, Nederland.

 

Hoogtepunt was het gesprek 's avonds van Ton van Brussel, directeur van het Amsterdams debatcentrum De Rode Hoed, met advocaat Gerard Spong. Spong liet zich kritisch uit over de Nederlandse situatie. Enkele door hem genoemde knelpunten:

  • Nederland is kampioen afluisteren van burgers
  • Het veelvuldig ("niet proportioneel") gebruik van cameratoezicht, een schending van de pricacy
  • De strafbaarstelling van illegaal verblijf van uitgeprocedeerde asielzoekers

Verrassend was Spongs mededeling dat hij, als beginnend jurist in Suriname, was gevraagd een Grondwet voor de jonge staat in elkaar te timmeren. In Nederland gaan aan Grondwetswijzigingen vele commissies vooraf, die zich gedurende vele jaren over de materie buigen.

 

Vergelijkbaar wrang hilarisch was een andere anekdote uit het begin van zijn loopbaan. Suriname was toen nog onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden. Toen hij in een zaak een beroep deed op een artikel uit het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, door Spong "Verdrag van Rome" genoemd, antwoordde de rechter dat Rome "erg ver weg" lag...

 

In een intermezzo lichtte Jan-Peter Loof, lid van het kersverse College voor de Rechten van de Mens, de taken van dit College toe. Spong liet zich voorzichtig positief over het College uit. Het College zal zich door daden moeten bewijzen.

 

 

Uitgesproken was het antwoord van Spong op een publieksvraag over weigerambtenaren, d.w.z: ambtenaren van de burgerlijke stand die weigeren homoseksuele paren in de echt te verbinden. Spong verklaarde godsdienst bron van vele mensenrechtenschendingen. De weging van het recht op godsdienstvrijheid tegenover dat op nondiscriminatie sloeg bij hem duidelijk uit in het voordeel van het laatste.

 

Spong beaamde de mening van een andere vragensteller, dat het moreel appel van mensenrechten, gebaseerd op hun universaliteit, wordt gecorrumpeerd door politici die mensenrechten selectief uitleggen en toepassen. Hij riep Nederlandse burgers op hun politici het leven in dit opzicht lastiger te maken.

 

Door iemand voorgeworpen dat ook voor de advocatuur hier een schone taak is weggelegd, verweerde Spong zich met het argument dat hij beroepshalve elke dag de mensenrechten verdedigt.

 

In het algemeen vond Spong de Nederlandse burgers laks en ten onrechte onbezorgd over het waarborgen van hun mensenrechten door de staat, die deze soms juist bedreigt: "Men kwebbelt maar door de iPhone".

 

 

 

Ander onderdeel van het programma was de pubquiz over mensenrechten 's middags. Vijf teams en vier publieksteams bonden met elkaar de strijd aan:

  1. Leidse Lichten (jong talent)
  2. Leidse Levensjaren (oudere Leidenaars)
  3. Leids Lenig (Leidse sportbestuurders)
  4. Leids Lokaal (lokale journalisten))
  5. Leidse Lantaarndragers (Amnesty International-vrijwilligers, 'lantaarn' in de zin van de Amnesty-kaars )

Onder de geoliede leiding van quizmaster wethouder Frank de Wit werkten de teams vier ronden vragen af. Winnaar werd het team van journalisten. Zij gingen naar huis met een encyclopedie over mensenrechten en menselijke waardigheid. Alle teamdeelnemers kregen een kaars, symbool van Amnesty International (omwikkeld met prikkeldraad).

 

 

 

Na het debat met Spong was er een optreden van een theatersportgezelschap en werd nog tot in de kleine uurtjes nagepraat en gedanst op muziek van DJ Nico Bil.