Hits: 4805

 Foto's: Gerdien Raap

 

Na drie jaar zoeken en enige tegenslag was het woensdag 21 september 2016 zo ver: burgemeester Lenferink onthulde in de Kapelstraat een muurschildering van Artikel 1 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) uit 1948. Bij deze gelegenheid deed hij ook een fraaie toezegging.

 

De Kapelstraat is gelegen tussen het stadhuis en een koffie- en broodjeszaak die doorloopt tot en met de Maarsmansteeg. De beschilderde muur is de blinde muur naast een aldaar gevestigde fietsenstalling.

 

Voorafgaand aan de onthulling hield de burgemeester een toespraak. Daarin schetste hij kort de voorgeschiedenis en actualiteit van de UVRM. De slotzin van Artikel 1, "Zij zijn begiftigd met verstand en geweten en behoren zich jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen", sloot volgens de burgemeester aan bij de feitelijke opstelling van bestuur en bevolking in Leiden tegenover elkaar en nieuwkomers. En dat vond hij iets om best trots op te mogen zijn.

 

Vanuit het stadhuis had burgemeester Lenferink de totstandkoming van de schildering op de voet kunnen volgen. Vanaf eind augustus werd hieraan hard gewerkt door kunstschilder Jan Willem Bruins en Ben Walenkamp van Stichting Tegen-Beeld. Beiden ook namens Amnesty Leiden hartelijk bedankt!

 

Tot slot deed de burgemeester een toezegging: "Mochten er in de komende jaren ooit nog eens bouwplannen komen waardoor de tekst opnieuw aan het oog onttrokken zou worden, dan moet de gemeente Leiden zich moreel verplicht voelen om een nieuwe passende plek te vinden voor deze tekst van Artikel 1" (geautoriseerd citaat). Staat genoteerd en daar houden we de gemeente aan!

 

De muurschildering is mede het resultaat van inspanningen van Amnesty Leiden. De stoot daartoe werd gegeven op 10 december 2013. 10 December is Internationale Dag van de Rechten van de Mens. Op die dag in 2013 verzocht toenmalig Amnesty Leiden-voorzitter Frits van Oosten burgemeester Lenferink en wethouder Van Gelderen of Artikel 1 van de UVRM weer een plek kon krijgen in het Leidse stadsbeeld. Hij deed dat na eerder samenwerking gezocht te hebben met diaconaal centrum De Bakkerij, namens wie het verzoek mede werd gedaan. 

 

 

 

We schrijven 'weer' omdat de eerste regel van Artikel 1 sinds 1986 al te lezen was op een muur van het (toen) nieuwe politiebureau aan de Langegracht. Na een verbouwing in de omgeving was hij echter aan het zicht onttrokken geraakt.

 

Die muurschildering was niet onomstreden. Commissaris Mostert van de Leidse politie nam contact op met Amnesty Leiden en kwam met het voorstel iets te doen met mensenrechten. Amnesty Leiden stak vervolgens zijn licht op bij het landelijk secretariaat van Amnesty International.

 

Onduidelijk is of Amnesty Leiden dit deed voor of na het protest van 'krakerlinks'. Want dat was er. Lezing van het bericht in het Leids Dagblad van 10 april 1986 voert terug naar (de eindfase van) een periode dat 'links' de publieke beeldvorming domineerde, een tijdgeest die na 2001 gekanteld is: 

 

"De info-winkel Alarm, gehuisvest aan de Korte Mare, is een en ander danig in het verkeerde keelgat geschoten. Samen met veertien andere organisaties - waaronder Kraakoverleg Leiden, boekhandel 'De Rooie Hond' te Den Haag, de gezamenlijke Amsterdamse kraakgroepen - hebben ze een brief geschreven naar het landelijk secretariaat van Amnesty International."

 
De activisten verwijten Amnesty International naïviteit en zich laten inpakken door de politiecommissaris en wijzen op de klachten over bruut politieoptreden die al jaren achtereen binnenkomen bij het Leids klachtenbureau voor excessen van de politie.
Ingrid Martens van Amnesty Nederland vindt het koude drukte. Amnesty Nederland volgt de politie kritisch waar nodig, zoals bij de geruchtmakende dood van de kraker Hans Kok kort tevoren. Maar meewerken bij de totstandkoming van een muurschildering?
 
"Zo'n schildering past gewoon in wat wij met een mooi woord noemen: mensenrechteneducatie."
 
Dat kan men licht pedant vinden. Liever dan bij de nieuwe muurschildering te denken aan een mini-les maatschappijleer in de openbare ruimte stellen wij ons er een voorbijlopende statushouder bij voor, net gearriveerd uit Syrië, het Nederlands nog niet goed machtig (mede door de moeite aan werk/vrijwilligerswerk te komen), wiens ogen onverwacht getroffen worden door dit teken aan de wandArt.1 is dan een hart onder de riem, empowerende boodschap, voor iemand die beide kan gebruiken. Want zeker ook voor de niet-gezeten burgerij in Leiden zijn mensenrechten van levensbelang. Een ongedocumenteerde heeft geen burgerrechten, de nationale vertaling van mensenrechten. Zijn of haar feitelijk volledig aangewezen zijn op mensenrechten maakt hem of haar in de praktijk afhankelijk van (juridische) belangen- of zaakbehartigers, zodat de feitelijke situatie niet zoveel verschilt van die verwoordt in het adagium "I have always depended on the kindness of strangers". 'Mensenrechtendrager zijn' is zoiets als voorrang hebben in het verkeer. Je kunt het niet nemen.